Bij opcentiemen of aanvullende belastingen moet de gemeenteraad enkel de aanslagvoet van de belasting vaststellen. Die aanslagvoet wordt vastgesteld als percentage van het bedrag van de basisbelasting. De andere modaliteiten van de belasting (de belastbare grondslag, de aanduiding van de belastingplichtige, de berekening van de belasting, eventuele vrijstellingen, eventuele aangifteverplichting,...) worden overgenomen van de basisbelasting.
Ook de inning gebeurt samen met de basisbelasting. Het aandeel dat bestemd is voor de gemeente wordt later doorgestort.
Bezwaren worden eveneens behandeld door de overheid die de basisbelasting heeft gevestigd.
Die basisbelasting is vastgesteld door de federale of door de gewestelijke overheid. De twee belangrijkste aanvullende belastingen zijn de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting en de opcentiemen op de onroerende voorheffing.
De basisbelasting voor de aanvullende belasting op de personenbelasting is de personenbelasting. Dit is een belasting op het inkomen van natuurlijke personen, gevestigd en geïnd door de federale overheid.
De basisbelasting voor de opcentiemen op de onroerende voorheffing is de onroerende voorheffing. Dit is een belasting op het kadastraal inkomen, gevestigd en geïnd door de gewestelijke overheid. Het is de Vlaamse Belastingdienst die instaat voor de inning en de doorstorting van het gemeentelijk aandeel.